"is" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	My mother is a nurse.	Mijn moeder is verpleegster.
	Tom isn’t Mary’s chauffeur anymore.	Tom is niet langer Mary’s chauffeur.
	a liar that is right, that’s true	een treuzelaar dat klopt, dat is waar
	The trumpet is a musical instrument.	De trompet is een muziekinstrument.
	Nonetheless, it’s true.	Desalniettemin is het waar.
	He is responsible for it.	Hij is daarvoor verantwoordelijk.
	This rule does not apply.	Deze regel is niet van toepassing.
	Is the glass half full or half empty?	Is het glas halfvol of halfleeg?
	The garden is surrounded by a fence.	De tuin is omgeven door een omheining.
	Tom passed away three years ago.	Tom is drie jaar geleden overleden.
	My oldest daughter’s name is Mary.	De naam van mijn oudste dochter is Mary.
	An expert is speaking.	Er is een deskundige aan het woord.
	Without his glasses, he is as blind as a bat.	Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.
	Unfortunately the word of the day has melted.	Helaas is het woord van de dag gesmolten.
	The new manager has stepped in.	De nieuwe manager is aangetreden.
	This is a historic mistake.	Dit is een historische vergissing.
	This applies to many people.	Dit is van toepassing op veel mensen.
	She is as beautiful as Snow White.	Ze is zo mooi als Sneeuwwitje.
	Tom is the one responsible.	Tom is degene die verantwoordelijk is.
	Is there a house specialty?	Is er een specialiteit van het huis?