Understand spoken Dutch

"I" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Whenever I think of you, I thank God. Telkens als ik aan u denk, dank ik God.
I shouldn’t have gotten so angry. Ik had niet zo boos moeten worden.
I’m grateful for your help. Ik ben je dankbaar voor je hulp.
I have’t done anything wrong. Ik heb niets verkeerd gedaan.
I almost tripped. Ik ben bijna gestruikeld.
I’ve got to report it. Ik moet er een melding van maken.
I’ll call you later via the landline. Ik bel je straks wel via de vaste lijn.
It was the only thing I could do. Het was het enige ding dat ik kon doen.
I would like an apointment. Ik wil graag een afspraak maken.
I wonder whether Tom is alive. Ik vraag me af of Tom nog leeft of niet.
Everyone saw that I was embarrassed. Iedereen zag dat ik voor schut stond.
I would rather do management now. Ik zou nu liever management doen.
I hope I didn’t wake you up. Ik hoop dat ik je niet wakker heb gemaakt.
I’m thinking of going to Australia. Ik overweeg naar Australië te gaan.
when I was on my father’s garden path toen ik langs het tuinpad van m’n vader
I couldn’t anticipate that that would happen. Ik kon niet voorzien dat dat zou gebeuren.
I want to know who paid for this. Ik wil weten wie hiervoor betaald heeft.
Am I obliged to file the declaration? Ben ik verplicht om de aangifte te doen?
I knew you were trouble the minute I saw you. Zodra ik je zag, wist ik dat je ellende zou brengen.
I usually take a bath before going to bed. Meestal neem ik een bad vooraleer ik ga slapen.