hier
Hij was eens hier.
Jan werkt hier.
Wie werkt hier?
Ze wist niet wat ze hier zou kunnen doen.
Wat doet Jan hier?
Het is hier koud.
Hier zullen ze ons nooit vinden.
Yanni is hier met Skura.
O, hier was het zo schoon, zo heerlijk.
Mogen we hier zitten?
voordat ze hier kwam
Niet iedereen die hier woont, is rijk.
Yanni is veilig hier.
Tom woont hier niet in de buurt.
Hoe lang moeten we hier wachten?
Doe gewoon alsof we hier niet zijn.
Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.
Spreekt hier iemand Engels?
We voelen ons hier erg veilig.