Ik heb hoofdpijn.
Ik heb insuline nodig.
Ik heb wat shampoo nodig.
Ik heb niks verkeerd gedaan.
Ik heb wat tampons nodig.
Ik heb nergens spijt van.
Ik heb dringend hulp nodig.
Ik heb een stiefzuster.
Ik heb een postkaart nodig.
Ik heb wat batterijen nodig.
Ik heb een pijnstiller nodig.
Ik heb de betekenis niet begrepen.
Ik heb nog wel een schuld te vereffenen.
Ik heb mijn portefeuille verloren.
Je bent geen ochtendmens, heb ik begrepen.
Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!
Ik heb geen idee hoe de begeleiding loopt, maar proberen kan geen kwaad, lijkt me.
“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt?”
“Ik zal er toch nog een beetje op blijven zitten,” antwoordde de eend; “ik heb er nu al zo lang op gezeten, en dus kan ik er nog wel een paar dagen op zitten!”
Ik heb een gulden.
