gezicht
het gezicht
Het was liefde op het eerste gezicht.
Zijn gezicht glom van opwinding.
een nijdig gezicht
het sipste gezicht
Ze had het sipste gezicht dat Harry ooit gezien had.
maar zij had een slecht gezicht, en daarom dacht zij, dat het eendje een vette eend was, die verdwaald was geraakt
een nors gezicht
zijn hologige gezicht
haar behaarde gezicht