Ik heb het koud.
Het is hier koud.
Nee, alleen koud water.
warme chocolademelk
ijskoud
Mijn koffie is koud.
koffie met warme melk
Het wordt een warme dag vandaag.
Is er warm water?
de fles
Mag ik een fles sap?
Mag ik een fles wijn?
Mag ik een fles rode wijn?
Mag ik een fles witte wijn?
een schotel koud vlees
Het was koud, snerpend koud.
We verkopen vers vlees.
je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
de koek
Van haar vader zou zij zeker slaag krijgen, en thuis was het ook koud.