kunnen
Ze wist niet wat ze hier zou kunnen doen.
Mensen kunnen niet leven zonder water.
We kunnen later gaan winkelen.
Ze kunnen allemaal rijden.
We kunnen veranderen.
Het is verdrietig dat in Nederland, een land dat bekend staat als tolerant, ouders deze keuze niet kunnen maken.
Ze kunnen geen dijken maken.
Virussen kunnen je ziek maken.
Mannen kunnen niet leven zonder water.
de volgende fasen kunnen onderscheiden worden
Laten we kijken of we hun aandacht kunnen trekken.
Het eendje gaf als zijn mening te kennen, dat het toch ook wel eens anders zou kunnen zijn maar dat kon de kip niet velen.
Mama, kunnen olifanten vliegen?
Ze hadden ons levend kunnen verslinden.
Volgens een onderzoek van de universiteit van Stanford kunnen windmolens windsnelheden tot 180 km/uur trotseren.
Laat ons een rustige plek zoeken waar we kunnen praten.
Sommige religieuze personen kunnen zeer veroordelend zijn.