boek
het boek
Ik heb een boek.
Wat denk je van dit boek?
Dat boek is oud.
Tom kocht dit boek voor ons.
Ik kocht dit boek drie dagen geleden.
Uw boek ligt op tafel.
Open je boek alsjeblieft.
Leg het boek terug waar je het gevonden hebt.
Schrijf alstublieft je naam in dit boek.
Aan wie heb je het boek gegeven?
Koop het boek.
Welk boek lees je?
Er is maar één winkel die dit boek verkoopt.
Was het boek dat je gisteren las in Frans of Engels?
An zit in de tuin een boek te lezen.
Dat boek is uitverkocht.
Het leek een fraai, in leer gebonden boek.
Het boek Spreuken is een van de boeken in de Hebreeuwse Bijbel.