de oren
de tong
de baard
het kopje
de lippen
de wangen
het verstand
Hij heeft grote oren.
Je bent zeker niet goed bij je verstand.
het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend
de kin
de neus
nep baard
het voorhoofd
de pieren uit de neus halen
de tong hing hem uit de bek, en zijn ogen schoten vlammen