de halzen
de hurken
het lijkje
de voetjes
bloedstroom
hoofdletsels
het gewricht
het verstand
bloedverwant
Hij heeft grote oren.
de benen van het paard
Mijn benen trillen nog.
Buig je hals nu en zeg: Kwak!
gewrichtsaandoeningen
Je bent zeker niet goed bij je verstand.
Haar voetjes had zij naar zich toe getrokken
Mijn voet is zo dik dat hij niet meer in mijn schoen past.
De vrouw sloeg de handen in elkaar, waarop het eerst in het botervat en toen in de meelton vloog
“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.
het bot