Ik vind dat leuk.
overbrengen
Waar is haar hoed?
terugbetalen
hoofdpersoon
Bij mij thuis of bij jou?
het winkelen
de chocolade
Is al dit geld van jou?
Ik zoek een oude man.
gaan winkelen
Tom kocht een hond.
chocolademelk
Ik zal wijn brengen.
het chocolade ei
het restaurant
de woonkamer
Yanni is hier met Skura.
O, kijk, daar komt de bus al aan!
eenpersoonskamer