een bezemkast
de interpunctie
de afstammeling
de vernietiging
de overheersing
m.b.t.
Het spel werd spannend.
Ik heb wat shampoo nodig.
een lang meetlint
de speurtocht
Pieter viel hem in de rede
in een handomdraai
De Alpen zijn een gebergte.
de hoge bomen nog zag staan
zij kiezen twee ploegen
een lief, klein, zwart katje
Amerika heeft vijanden.
een scheldtirade
Hij heeft een piercing.
perziken met slagroom