Is al dit geld van jou?
Ik zoek een oude man.
gaan winkelen
Tom kocht een hond.
chocolademelk
Ik zal wijn brengen.
het chocolade ei
het restaurant
de woonkamer
Yanni is hier met Skura.
O, kijk, daar komt de bus al aan!
eenpersoonskamer
Dat kan ik niet betalen
tweepersoonskamer
Ik ga morgen winkelen.
Ik woon niet graag in de stad.
Tom kocht dit boek voor ons.
de dierentuin
Tom eet geen chocolade.
een klein restaurant