opgeslagen voor later
Zijn mond voelde plotseling kurkdroog aan.
En toen deed zich andermaal een knal horen.
“Bovendien is het een woerd,” zeide zij; “en daarom doet het er zo veel niet toe.”
Zij stegen zo hoog, zo hoog, dat het het lelijke jonge eendje wonderlijk te moede werd
En uit het geboomte kwamen eensklaps drie prachtige witte zwanen te voorschijn
Daarbinnen was een verschrikkelijk rumoer; want daar waren twee families, die elkaar het bezit van een palingkop betwistten, en eindelijk kreeg de kat die toch.