Lingopolo

Understand spoken Dutch

Adjectives Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	immovable	onroerend
	clever	schrander
	creepy	griezelig
	included	opgenomen
	imposed	opgelegde
	challenging	uitdagend
	burdensome	belastend
	African	Afrikaans
	Surinamese	Surinamer
	generous	vrijgevig
	half-time	deeltijds
	dynamic	dynamisch
	useless	nutteloos
	satirical	satirisch
	practical	praktisch
	ambitious	ambitieus
	hypocritical	hypocriet
	dishonest	oneerlijk
	Tunisian	Tunesisch
	Mexican	Mexicaans