Lingopolo

Understand spoken Dutch

Adjectives Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	third	op twee na
	fifth	op vier na
	confusing	verwarrend
	demonstrative	aanwijzend
	American	amerikaans
	dim	schemerige
	prancing	steigerend
	female	vrouwelijk
	malnourished	ondervoede
	examined	onderzocht
	compulsory	verplichte
	Hebrew (long form)	Hebreeuwse
	proud	hoogmoedig
	turbulent	onstuimige
	overdone	overdreven
	heroic	heldhaftig
	cumbersome	omslachtig
	selfish	egoïstisch
	passionate	passionele
	discouraged	ontmoedigd