Understand spoken Dutch

Adjectives Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Is he approachable now?

Is hij aanspreekbaar nu?

I need a little piece of cardboard.

Ik heb een klein stuk karton nodig.

a wreath of thorny branches

een krans van doornige takken

He had asked for 50 euros.

Hij had 50 euro gevraagd.

When the weather is nice, we eat on the terrace.

Als het mooi weer is, eten we op het terras.

She looked both angry and worried.

Ze keek zowel nijdig als bezorgd.

a huge drain

een reusachtige afvoerput

I speak English and Italian.

Ik spreek Engels en Italiaans.

“Quack, quack! Come with me, then I will take you into the big world and introduce you in the duck cage: but keep close to me and watch out for the cat!“

“Kwak, kwak! Gaat maar met mij mee, dan zal ik je in de grote wereld brengen en je in de eendenkooi voorstellen: maar zorgt, dat je dicht in mijn nabijheid blijft, en neemt je voor de kat in acht!”

electric razor

elektrisch scheerapparaat

Why do you want to learn Portuguese?

Waarom wil je Portugees leren?

I need to see that report today.

Ik moet dat rapport vandaag zien.

She’s waiting for the handsome, blond prince.

Ze wacht op de knappe, blonde prins.

What are the different options?

Wat zijn de verschillende opties?

It’s worth repeating.

Het is voor herhaling vatbaar.

motionless as a statue

roerloos als een standbeeld

My heart was really racing.

Mijn hart ging echt immens tekeer.

candlesticks with red candles

kandelaars met rode kaarsen

The crops need rain.

De gewassen hebben regen nodig.

The team from Website Development consists of enthusiastic people with a lot of experience in their field and a solid education.

Het team van Website Development bestaat uit enthousiaste mensen met veel ervaring in hun vakgebied en een gedegen opleiding.