Adjectives Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the academic year	het academisch jaar
	How adventurous!	Wat avontuurlijk!
	useful phrases	nuttige zinswendingen
	fixed prepositions	vaste voorzetsels
	My cat has disappeared.	Mijn kat is verdwenen.
	Gold is more expensive than lead.	Goud is duurder dan lood.
	unauthorized access	onbevoegde toegang
	I like Arabic.	Arabisch bevalt me wel.
	the set deadlines	de gestelde deadlines
	Press any key.	Druk op eender welke toets.
	the Ukrainian border	de Oekraïense grens
	Mary is hysterical.	Maria is hysterisch.
	not an unusual pattern	geen ongewoon patroon
	the second metro carriage	het tweede metrostel
	throbbing red sores	kloppende rode zweren
	loud, grateful moans	luid, dankbaar gejammer
	Do you have anything quieter?	Heeft u iets rustigers?
	Why so cumbersome?	Waarom zo omslachtig?
	Do you have a larger room?	Heeft u een grotere kamer?
	Tom said he thought I was lazy.	Tom zei dat hij dacht dat ik lui was.