Adjectives Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Yanni is young and athletic.	Yanni is jong en atletisch.
	I hear that Tom eats insects.	Ik hoor dat Tom insecten eet.
	That book is sold out.	Dat boek is uitverkocht.
	a righteous person	een rechtschapen mens
	the pre-trial detention	de voorlopige hechtenis
	a huge purple megaphone	een enorme paarse megafoon
	I hid that for years.	Ik heb dat jaren verzwegen.
	The daredevil jumped off the high cliff.	De waaghals sprong van de hoge klif.
	a technical expert	een technisch deskundige
	His miserable attempt failed.	Zijn miezerige poging faalde.
	Her tissue is healing quickly.	Haar weefsel herstelt snel.
	Which is heavier, lead or gold?	Wat is zwaarder, lood of goud?
	Lead bends easily.	Lood is makkelijk buigbaar.
	any obstacles	eventuele belemmeringen
	Tom asked me all sorts of questions.	Tom stelde me allerlei vragen.
	Some stores offer discounts.	Sommige winkels geven korting.
	Are you ready to order?	Ben je klaar om te bestellen?
	a lemonade with freshly squeezed juice	limonade met vers geperst sap
	standing orders	doorlopende opdrachten
	deafening cries	oorverdovende kreten