Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Sort descending Dutch Learn
We concede your right to this property. We erkennen je recht op dit eigendom.
We couldn’t be more excited. We konden niet meer opgetogen zijn.
We didn’t find anything to eat. We hebben niets gevonden om te eten.
We didn’t know which bus to take. We wisten niet welke bus we moesten nemen.
We didn’t play well. We hebben niet goed gespeeld.
We do not know all the characteristics of the virus. We niet alle eigenschappen van het virus kennen.
We don’t have time to argue. We hebben geen tijd om te discussiëren.
We don’t know anything about Istanbul. We weten niets over Istanboel.
We don’t meet anyone by chance. We ontmoeten niemand toevallig.
We drew a grid on the paper to make the boxes equal. We tekenden een rooster op het papier om de vakjes gelijk te maken.
We eat a lot of pasta. We eten veel pasta.
We even have colour television. We hebben zelfs kleurentelevisie.
We expect a commitment. We verwachten een toezegging.
We feel very safe here. We voelen ons hier erg veilig.
We fix all kinds of clocks here. We repareren allerlei soorten klokken hier.
We found a turtle in the garden. We vonden een schildpad in de tuin.
We found all sorts of interesting things. We vonden allerlei interessante dingen.
we go wij gaan
we go to school wij gaan naar school
We got lost in the streets. We raakten verdwaald op straat.