Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Sort descending Dutch Learn
We must tell everybody what happened. We moeten iedereen vertellen wat er is gebeurd.
We need a decisive decision. We hebben een doortastende beslissing nodig.
We need a response. Wij hebben een antwoord nodig.
We need good employees. We hebben goede medewerkers nodig.
We need paint. We hebben verf nodig.
We need to buy something for Tom. We moeten iets kopen voor Tom.
We need to conduct more experiments. We moeten nog meer experimenten uitvoeren.
We need to get out of here now. We moeten hier nu weg.
We need to maintain the momentum during the race. We moeten de schwung behouden tijdens de race.
We need to move the meeting. We moeten de vergadering verschuiven.
We need to rent a room for our party. We moeten een ruimte voor ons feest huren.
We need to secure the gangplank firmly. We moeten de valreep stevig vastmaken.
We need to sleep. Wij moeten slapen.
We need to solve this pressing question. We moeten deze prangende vraag oplossen.
We need to tow that wreck away. We moeten dat wrak wegslepen.
We needed a tow rope to rescue the caravan. We hadden een sleeptouw nodig om de caravan te redden.
We never sit in the front. Wij zitten nooit vooraan.
We now need to put a fence around our bubble. We moeten nu een omheining rond onze bubbel zetten.
We only have one thing left to do. We moeten maar één ding meer doen.
We performed three plays at school. We hebben op school drie toneelstukken opgevoerd.