Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
the man in the street	de man in de straat	Learn
The man is married.	De man is getrouwd.	Learn
The man next door lives alone.	De naast de deur woont alleen.	Learn
The man wants the cheese.	De man wil de kaas.	Learn
The man wants the chicken with cheese.	De man wil de kip met kaas.	Learn
The man wants the chicken.	De man wil de kip.	Learn
The man wants the hamburger with cheese, apples and bananas.	De man wil de hamburger met kaas, appels en bananen.	Learn
the manual indications	de manuele aanduidingen	Learn
the marble staircase	de marmeren trap	Learn
the martial art	de zelfverdedigingskunst	Learn
the mask	het masker	Learn
The match was won by a brilliant cross.	De wedstrijd werd gewonnen door een schitterende voorzet.	Learn
the matchboxes	de lucifersdoosjes	Learn
The maximum will be between five and nine degrees.	De maxima liggen tussen vijf en negen graden.	Learn
The mayor insists on action.	De burgemeester dringt aan op actie.	Learn
the measles	de mazelen	Learn
The mechanic checked the coupling hose for cracks.	De monteur controleerde de koppelslang op barsten.	Learn
the medicine	het medicijn	Learn
The meeting has ended.	De vergadering is geëindigd.	Learn
The meeting hasn’t begun yet.	De meeting is nog niet begonnen.	Learn