Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Sort descending Dutch Learn
if he als hij
If I had the money, I’d buy a new house. Als ik het geld had, zou ik een nieuw huis kopen.
If I have to show a lot of guts in the tests, it will be difficult. Als ik bij de proeven veel lef moet tonen, zal dat moeilijk worden.
If I take a taxi I’ll get there in time. Als ik een taxi neem, kom ik op tijd aan.
If I take a taxi, I will arrive at 6 o’clock. Als ik een taxi neem, kom ik om 6 uur aan.
If I take a taxi, I will arrive at nine o’clock. Als ik een taxi neem, kom ik om negen uur aan.
If I take a taxi, I will arrive at noon. Als ik een taxi neem, kom ik rond het middaguur aan.
If I take a taxi, I will arrive in advance. Als ik een taxi neem, ben ik ruim op tijd aanwezig.
If I take a taxi, I will arrive on time. Als ik een taxi neem, kom ik op tijd aan.
if it als het
if it’s fine als het goed is
If only we had a garden! Als we maar een tuin hadden!
If today is Friday, tomorrow is Saturday. Als het vandaag vrijdag is, is het morgen zaterdag.
If today is Monday, tomorrow is Tuesday. Als het vandaag maandag is, is het morgen dinsdag.
If today is Monday, yesterday was Sunday. Als het vandaag maandag is, was het gisteren zondag.
If today is Saturday, tomorrow is Sunday. Als het vandaag zaterdag is, is het morgen zondag.
If today is Saturday, yesterday was Friday. Als het vandaag zaterdag is, was het gisteren vrijdag.
If today is Sunday, tomorrow is Monday. Als het vandaag zondag is, is het morgen maandag.
If today is Sunday, yesterday was Saturday. Als het vandaag zondag is, was het gisteren zaterdag.
If today is Thursday, tomorrow is Friday. Als het vandaag donderdag is, is het morgen vrijdag.