Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
his new sweater	zijn nieuwe trui	Learn
His offer suits my taste.	Zijn aanbod voldoet aan mijn gading.	Learn
his old robe	zijn oude gewaad	Learn
His opinion is worthless.	Zijn mening is waardeloos.	Learn
His overcoat is worn out.	Zijn mantel is versleten.	Learn
His overcoat is worn out.	Zijn overjas is versleten.	Learn
his own thumping footsteps	zijn eigen dreunende voetstappen	Learn
His presentation was succinct yet powerful.	Zijn presentatie was bondig maar krachtig.	Learn
his quest	zijn zoektocht	Learn
His reputation was ruined.	Zijn reputatie ging te gronde.	Learn
His services were appreciated.	Zijn prestaties werden erkend.	Learn
his shins	zijn schenen	Learn
His son has a talent for music.	Zijn zoon heeft aanleg voor muziek.	Learn
his sore ribs	zijn zere ribben	Learn
His speech caused an uproar.	Zijn toespraak veroorzaakte opschudding.	Learn
His speech lasted an hour.	Zijn betoog duurde een uur.	Learn
His stance on climate change is clear.	Zijn stelling over klimaatverandering is helder.	Learn
His suit has a pinstripe.	Zijn pak heeft een krijtstreep.	Learn
his telephone number	zijn telefoonnummer	Learn
His theory is worth considering.	Zijn theorie is het overwegen waard.	Learn